Boven: zien jullie wel dat ik kan voetballen! (teefje 5)
Boven en onder: lekker spelen op het wiebel-luchtbed (teefjes 5 en 3) - (onder reutje 2)
Boven en onder: ik kan al een vos apporteren (teefje 5)
Onder: ik ben schattig en echt heeeel braaf! (teefje 1)
Onder: toch een beetje vermoeiend al dat buitenspelen (reutje 4)